dinsdag 7 februari 2012

Verschillende soorten vaarbewijzen

In voorgaand bericht heeft u al kunnen lezen over de verplichting tot het bezit van een vaarbewijs, en hier gaan we iets dieper op in. Een vaarbewijs is in grote lijnen, deelbaar in 4 categorieƫn:
-          - Het groot vaarbewijs
-         -  Het beperkt groot vaarbewijs
-          - Het groot pleziervaartbewijs
-          - Het klein vaarbewijs

Het groot vaarbewijs is voor de echte grote schepen met een lengte vanaf 20 meter. Hieronder vallen bijvoorbeeld grote sleepboten, veerponten geschikt voor minimaal 12 mensen en veerboten. Binnen het groot vaarbewijs wordt er onderscheid gemaakt tussen een A en een B. Vaarbewijs A is voor grote binnenwateren, en groot vaarbewijs B voor kleinere meren en rivieren.

Op schepen tussen de 20 en de 40 meter is een leidinggevende met een beperkt groot vaarbewijs voldoende. Hier vallen bijvoorbeeld pleziervaartuigen of sleepboten onder. Wederom wordt er een onderscheid gemaakt tussen A (voor binnenwateren) en B (voor meren en rivieren).

Wanneer je in het bezit bent van een pleziervaartuig tot 40 meter, dan is het groot pleziervaartbewijs op u van toepassing. Hierbij is het mogelijk het praktijkexamen te voldoen op de eigen boot. Ook hoeft er in tegenstelling tot de grootvaarbewijzen geen minimale tijd op het water te worden opgebouwd.

Tenslotte het kleinste vaarbewijs. Deze is benodigd bij een boot tussen de 15 en de 25 meter die niet voor commerciƫle doeleinden gebruikt mag worden. Dit kunnen bijvoorbeeld een motorboot, speedboot of jetski zijn. Voor het klein vaarbewijs is er een verdeling tussen bewijs I en II, waarbij I voor meren, kanalen en rivieren is, en II slecht voor binnenwateren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten